Logeren in de jungle

21 maart 2018 - Yala Np, Sri Lanka

    Op het dak van onze bungalow zit een apenfamilie. Ik hoor ze lopen en voor ons terras vallen met een knalletje allerlei noten op de grond. Zouden ze ons bekogelen? Als ik opsta en naar de zijkant loop om even te kijken wat er allemaal gebeurt, zie ik op de rand van het schuine dak een vrouwtje met een kleintje aan haar borst. Om haar heen is een aantal soortgenoten met elkaar aan het dollen. Ze springen van het dak op de takken van de ons omringende bomen, slingeren van de ene boom naar de andere en laten zich vervolgens met een jaloersmakende souplesse op het pad voor ons terras vallen. Daar jagen ze elkaar achterna.
   Logeren in een klein bungalowpark midden in de jungle, het is een bijzondere ervaring. Niet alleen door de geluiden die de vele dieren in de omgeving voortbrengen, maar ook door de soms onverwachte ontmoetingen met die junglebewoners. Niet altijd worden ze als plezierig ervaren. Zo is een Nederlands echtpaar een dag voor onze aankomst in het Eliphant Reach Hotel voor een wat al te agressieve langoer-aap op de vlucht geslagen.
  "Ik zat hier bij het zwembad", vertelt de man van het stel, "en zag ineens wat apen  door de bomen slingeren. Daar wilde ik wel graag een foto van maken en pakte mijn camera. Ik keek door de lens, wilde afdrukken, toen er ineens één recht op me afkwam en zijn scherpe tanden liet zien. We zijn toen maar even snel weggerend".
  "Je had 'm ook eerst moeten betalen joh", merk ik op. Dat moet je wel meer in Sri Lanka".
  Hij kan er om lachen, maar Manjura die even buiten ons park op een adres logeert, is 's avonds het lachen vergaan. "Toen ik uit het raam van mijn huisje keek, zag ik een olifant vlak langs lopen. Ik schrok me rot".
  Er bleken meer olifanten zijn verblijfplaats binnen te zijn gedrongen. Met vuurwerk werden ze verjaagd, maar tijdens hun vlucht vernielden ze enkele geparkeerde auto's.
   In de buurt van het Yala National Park, waar naast olifanten ondermeer ook luipaarden, waterbuffels, pythons en krokodillen leven, zijn zo'n vijf eco-resorts te vinden. En daar merken ze soms dat de jungledieren geen grenzen kennen.
  "Zo hebben ze een paar weken geleden hier verderop nog een krokodil in het zwembad gevonden", weet Manjula.
   In ons complex hoeven we daar niet zo bang voor te zijn, want er is een grote muur omheen gebouwd. Ja, apen komen er natuurlijk wel overheen en niet te vergeten muggen. Deze vreselijkste bewoners van de aarde - oh, wat haat ik die krengen - plagen ons vooral als we 's avonds heerlijk op ons terras willen zitten. Insmeren met Deet helpt niet, ze prikken zelfs door je kleren heen. Gelukkig blijken ze niet zo te houden van het goedje dat we ooit uit Indonesië hebben meegenomen.
   Voor onze tweede jeepsafari hoeven we niet ver te lopen. De jeep staat al voor de ingang van ons bungalowpark. Manjula gaat deze keer ook weer mee. Het is een flinke stap om in de wagen te komen. In deze zit je vrij hoog. Zal wel nodig zijn.
  In een rotvaart rijden we naar de ingang van het Yala National Park. Ik moet mijn petje afzetten om het niet kwijt te raken. Eenmaal binnen zijn de zandwegen van een dusdanige kwaliteit dat de jeep van links naar rechts schiet. Soms maakt die een hoek van 45 graden. "Ik heb het gevoel dat de vullingen uit mijn kiezen schieten", hakkelt Trees. Maar wat is het mooi hier. We rijden door een savanne met soms lange stukken dicht struikgewas, bos- en weelderige waterpartijen.
   Ook hier zet de chauffeur van de jeep zijn voertuig af en toe stil om mij de gelegenheid te bieden even rustig te fotograferen en te filmen. Het zijn levende schilderijen die we te zien krijgen. Echt dicht bij olifanten, waterbuffels en andere dieren komen we niet in dit natuurpak, maar we ervaren dat door de schoonheid van de omgeving niet als een gemis. 
   Olifanten hebben we trouwens al genoeg gezien. Een dag eerder hebben we hier aan de warme zuidoostkust nog een olifantenweeshuis bezocht, waar jonge en gewonde olifanten worden opgevangen. We hebben ze van dichtbij uitgebreid zien baden.
   Wel hopen we nog een luipaard in beeld te krijgen. Onderzoeken van National Geographic en Discovery tv hebben aangetoond dat Yala de hoogste concentratie luipaarden per vierkante meter ter wereld heeft, dus dat zou moeten lukken. Maar de dieren zijn zo schuw dat de kans daarop heel klein is. Toch heeft een vriendin van ons tijdens haar rondreis in december in dit park nog een luipaard in een boom zien zitten.
  Plots zet de chauffeur zijn kar stil bij een grote plas en wijst naar een donkere streep in het midden.
   "Een krokodil", roept hij.
  Ik pak mijn camera en zoem wat op die streep in. Nog te ver om er een behoorlijk beeld van te krijgen. Geconcentreerd blijf ik door de lens kijken.
  "Kijk eens Lee wat een bijzonder vogeltje!" roept Trees.
  "Sorry Trees, maar ik ben nu even bezig met die krokodil"
   "Ach jammer, nu is het vogeltje weg".
   Na een fikse tijd heen en weer geschud te zijn, stoppen we op een verzamelplaats vlakbij de Indische Oceaan. Tijd om even bij te komen. Voor ons een bijna verlaten goudgeel strand met een indrukwekkende rotspartij. Op deze rustplek merken we pas hoeveel jeeps er in dit wildpark onderweg zijn. Tientallen staan er geparkeerd. Tijdens de safari niets van gemerkt. Een hele in wit gestoken schoolklas zien we het strand oplopen om even de voeten te koelen in het water van de oceaan. Trees en Manjula lopen ook die kant op. Ik blijf achter, steek een sigaret op en maak wat foto's en filmbeelden van de magische rots.
  Als we weer verder rijden, geeft de chauffeur op een gegeven moment plankgas. Jeeps die nu even voor ons rijden, probeert hij als een bezetene te passeren. Onze ingewanden schieten daardoor bijna in ons keelgat. Ook andere chauffeurs vertonen ineens dat merkwaardige gedrag. Er ontpopt zich een soort wedren.
   "Wat is er in godsnaam aan de hand", schreeuw ik naar Manjula die even onder ons naast de chauffeur zit.
  "Er is een luipaard gezien", zegt hij. "Nu wil iedereen er als eerste bij zijn".
  De eerste die er bij komt is een jeep met daarin drie Nederlanders, hoor ik later. Ze logeren bij ons in het bungalowpark en laten daar met trots een foto zien van een op een rotsblok slapend luipaard. Maar dat weten we op dat moment nog niet.
  Ruim een kwartier gaat de gekke race door. Dan zet de chauffeur ineens zijn wagen stil. We zijn op de plek, maar het luipaard is verdwenen.
  Tien, vijftien minuten blijven we nog wachten. Dan gaat zijn mobiel
   "Dat is het luipaard", zeg ik tegen Trees. "Hij meldt zich af".
   
   
  . 
   
   
  
 

Foto’s

5 Reacties

  1. Ben Jautze:
    22 maart 2018
    Leuk verhaal geniet ervan
  2. Cornelis van Overbeek:
    22 maart 2018
    Niet alleen de tekst leest als een roman....de foto's zijn ook stuk voor stuk prachtig...maar waarom heb je ook niet wat muggen op de gevoelige plaat vastgelegd.....zowel voor als nadat ze met jullie "goedje uit Indonesie" kennis gemaakt hebben. Weten jullie zeker dat dat "goedje uit Indonesie" de luipaarden niet afschrikt?
  3. A.J. Schild:
    22 maart 2018
    Als ik de uitroep van Trees over een vogeltje hoor moet ik meteen aan iets anders denken, lang geleden met Vincent in een bos.......
  4. Nini Huigen:
    23 maart 2018
    Prachtige foto's, wat een rust. Heerlijk om daar doorheen te rijden.
  5. Erica en Lucas:
    24 maart 2018
    Prachtige foto's en weer zo een leuk verslag!