Naar het einde van de wereld

18 maart 2018 - Nuwara Eliya, Sri Lanka

De weg kronkelt steeds hoger en hoger. Naar 1900 meter moeten we. Daar ligt ons volgende doel: Nuwara Elya, dat toen de Britten hier nog de dienst uitmaakten ook wel New England werd genoemd. De Engelsen mochten er graag vertoeven vanwege het fraaie landschap en de gemiddelde jaartemperatuur van 15 graden Celsius.
   Manjula heeft ons 's morgens voor het vertrek gewaarschuwd: als we er in de avond aankomen kan het er zelfs behoorlijk fris zijn. 
   "U kunt het beste alvast uw jas en een trui uit de koffer halen en los in de auto leggen. Want als we straks uitstappen is het echt koud hoor".
  Zo ver is het voorlopig nog niet. We hebben nog heel wat bochten te gaan. Onderweg  passeren we allerlei stalletjes met groente en fruit. Soms zit er een man bij, soms een vrouw. Klanten zien we nauwelijks. Begrijpelijk, want op die smalle bergwegen kun je er zonder gevaar ook nauwelijks stoppen. 
   "Hoe kunnen die mensen daar nu van leven", vraag ik me hardop af. "Ze verdienen toch nauwelijks iets".
   "Dat hoeft ook niet", zegt Manjula. "Ze hebben een stukje grond waarop ze van alles verbouwen en daarmee voorzien ze in hun eigen behoefte. Wat ze in die stalletjes verkopen is gewoon iets extra's".
   Af en toe duikt er een hindoetempel aan de kant van de weg op en ook een verzameling huisjes. Er wonen veel Tamils in de bergen. Ze zijn ooit door de Engelsen uit India gehaald om op hun theeplantages te werken. 
   "Velen leven hier nu in armoe", vertelt Manjula. "En zijn vaak ook zwaar aan de drank". 
   Of het aan drankmisbruik ligt weet ik niet, maar ook hier hoog in de bergen word je weer gek van het rijgedrag van de tuktuk-bestuurders. En ze zijn werkelijk overal. Volgens mij rijden ze zelfs nog in de hemel en het zal me niet verbazen als een groot aantal er al voortijdig in terecht is gekomen. 
   Sommigen staan even voorbij een bocht ook gewoon stil. Als je normaal zo'n bocht neemt en daar geen rekening mee houdt, rijd je er met een knal tegenaan. Gelukkig is Manjula van dat merkwaardige gedrag op de hoogte en weet hij elk obstakel rustig te vermijden. Ik ben hem steeds meer gaan waarderen, voel me volkomen veilig bij hem. 
   "Hoeveel van die tuktuks zijn er in Sri Lanka", vraag ik.
   "Er zijn er in totaal meer dan een miljoen",  antwoordt hij. "En helaas zijn heel veel van die chauffeurs volslagen idioot".
  Dan opeens verschijnen de eerste theetuinen. Als groene tapijten zijn ze tegen de bergen geplakt. Een sprookjesachtig gezicht. Je kunt de tocht langs die toverachtige theeplantages vanaf Nuwara Elya ook per trein maken en die wordt als de mooiste in Sri Lanka beschreven. 
   Wij waren echter zo laat met het boeken van onze reis dat we daarvoor geen plaats meer konden reserveren. We zouden dan ter plekke een kaartje moeten kopen en ons vervolgens in het gedrang moeten storten. Daar hebben we maar van afgezien.     Achteraf hoeven we daar ook geen spijt van te hebben. Als we tijdens onze rit naar boven bij een spoorwegovergang moeten stoppen zien we die trein voorbijkomen. Volgepropt met autochtonen en toeristen. Sommige passagiers hangen in de openstaande wagondeuren. Ik kijk er met verbazing naar en vergeet helaas mijn camera te pakken.
   Ik ben wat dat betreft gelukkig wel bij de pinken als we zo'n beetje aan het einde van de rit de zon zien ondergaan. Het levert een heel fraai plaatje op.
   Het is inderdaad behoorlijk koud als we bij onze bestemming uitstappen. Een oud Engels landhuis is het waarin een pensionnetje is gevestigd. Zeven kamers telt het. Alles is op z'n oud Engels ingericht. We worden ontvangen in de huiskamer die tevens dienst doet als eetzaal. Helaas blijkt later ook het eten typisch Brits te zijn. Niet te vreten dus.
   We gaan vroeg naar bed omdat we voor de verandering de volgende dag ook weer vroeg op pad moeten. Naar de op ruim 2000 meter hoogte gelegen Horton Plains, vroeger het domein van honderden olifanten, luipaarden en langharige apen. Nu zijn die dieren daar verdwenen. Allemaal uitgemoord door de Britten en die waren er nog trots op ook. Zo beroemde de Engelse jager Davy zich erop meer dan duizend olifanten te hebben neergeschoten en meldde ene majoor Rogers vol trots dat hij er in drie dagen tijd maar liefst 1400 voor zijn rekening had genomen. Wat een helden!
  Nu heet de hoogvlakte een prachtig wandelgebied voor natuurvrienden te zijn met als hoogtepunten de Bakers waterval, genoemd naar Sir Samuel Baker, de ontdekker van de bronnen van de Nijl, en Worlds End. Dit einde van de wereld biedt volgens de reisbeschrijving bij helder weer een schitterend uitzicht over de uitgestrekte kustvlakte tot aan de Indische Oceaan. De bedoeling is dat we ons zo'n drie uur over die Horton Place gaan voortbewegen.
  "Normaal gaan de wandelaars 's morgens om half vijf op pad omdat dan de kans groot is Worlds End te bereiken op het moment dat het zicht nog helder is", meldt Manjula.  "Maar dat wil ik jullie niet aandoen. Laten we om zeven uur vertrekken".  Topgozer!
   Toch wil ik van hem nog even wat weten over dit bijzondere uitstapje. Tuurlijk, we hebben ons voor die drie uur durende wandeling thuis al ingeschreven. Maar ik vraag me af of we toen onze volle verstand wel hebben gebruikt. Geen behoorlijk vraag hebben we gesteld. Of er flink geklommen moet worden bijvoorbeeld. En of je langs diepe afgronden moet lopen. Als dat laatste het geval is durf ik niet eens te kruipen.
   "Nee hoor, er zijn geen afgronden", zegt Manjula desgevraagd lachend. "En er moet ook niet zwaar geklommen worden". Hij maakt een gebaar met zijn handen waaruit ik begrijp dat het slechts wat heuvelachtig op de hoogvlakte moet zijn. Nou, dat stelt pappa voor even gerust.
   We krijgen een plastic tasje met ons ontbijt mee en stappen met z'n drieën in een busje dat is voor komen rijden. Manjula hoeft deze ochtend niet zelf achter het stuur te gaan zitten. Hij zal dat wel prettig vinden, want al spoedig zijn de bergwegen niet meer zo goed geasfalteerd als we tot nu toe gewend waren. Het busje schudt zo dat je je ontbijt niet met goed fatsoen naar binnen kunt werken. Vind ik niet zo erg, want we hebben van die droge Engelse sandwiches meegekregen. Die zou ik mijn ergste vijand nog niet willen aanbieden.
    Een paar keer moet de chauffeur afremmen. De ene keer voor een midden op de weg stilstaand paard, de andere maal voor een kudde koeien. Na drie kwartier hossen komen we op de plek waar we onze benen kunnen strekken. Nou ja, strekken...
  Het blijkt waar te zijn: we lopen niet langs afgronden. Maar je moet om de heuvels op de vlakte over te komen wel flink klimmen en dalen en niet over redelijke voetpaden, nee, we moeten ons door brokken steen heenworstelen. Een kwartiertje gaat nog, een half uurtje ook nog wel, maar drie uur!!!
   Om niet te vallen moet ik constant naar de grond kijken en dan nog kost het grote moeite om op te been te blijven. Hoezo genieten van de natuur!
   "Trees gaat het", roep ik geregeld, bang als ik ben dat ze weer eens valt.
   "Ja hoor, prima. Mooi hier hè"
   Mooi hier! Mooi hier! Hoe kan ze het zeggen! Ik zie alleen nog maar mijn voeten.
   "Vind jij die paden dan niet vreselijk?"
   "Echt makkelijk loopt het niet, nee. Maar ik vind het best wel gaan hoor. En het heeft toch wel iets"
   Het heeft toch wel iets! Ik zou eerlijk gezegd niet weten wat?
  Na anderhalf uur worstelen bereiken we Bakers waterval en het moet gezegd: die is echt wel bijzonder te noemen, maar ik had 'm toch liever op film gezien.
  Zuchtend en steunend volg ik Trees en Manjula naar het volgende natuurwonder: Worlds End. Het is daar zo mistig dat er geen enkel uitzicht is. Hebben we daar alle moeite voor gedaan? 
  Ik dagdroom over een helikopter die ons op komt halen. Wil eigenlijk niet verder, maar het moet. Strompelend verlaat ik het einde van de wereld.
   
  
   
   
  
   
   
   

 

Foto’s

9 Reacties

  1. Cornelis van Overbeek:
    20 maart 2018
    Op basis van welke reisgids hebben jullie je reisprogramma vastgesteld?
    Het is werkelijk afzien voor jou, Leo, Trees weet zich onder alle omstandigheden kranig te weren. De titels en (dus) ook de inhoud van elk van de verslagen geven de indruk een paar "slopende" weken d8e jullie tot nu toe hebben doorgebracht....jullie zijn toch enkele zon-vakantiedagen niet vergeten in het programma?
    Alle gekheid op een stokje: de verslagen geven een boeiend beeld van wat jullie allemaal beleven...uniek en om nooit te vergeten.
    Geniet nog de resterende week!!!!
  2. A.J. Schild:
    20 maart 2018
    Bedankt voor je leuke verhaal, geniet ervan.
    Groet Ton
  3. A.J. Schild:
    20 maart 2018
    Heerlijk,al die verhalen en foto’s. We zijn een beetje mee op reis.
  4. Nelleke onck:
    20 maart 2018
    Heerlijk !!! Ik wacht op de foto's !!!!
  5. Lonneke:
    20 maart 2018
    Wat heftig allemaal jongens..... gaan jullie ook nog een beetje uitrusten??
  6. Loek:
    21 maart 2018
    Ja Leo, toen we elkaar leerden kennen bij het Korps Commandotroepen ging het een stuk gemakkelijker. Maar vergeet de slogan van ons korp niet: ‘Nunc aut anquam, het is nu of nooit!
  7. Nini Huigen:
    21 maart 2018
    Wat een belevenissen allemaal. Iedere dag weer een avontuur voor jullie en ik geniet mee. Veel plezier.
  8. Ton Weinberg:
    22 maart 2018
    afzien Leo, terwijl wij relaxed de verjaardag van Ineke vierden. Mooi verhaal.
  9. Erica en Lucas:
    24 maart 2018
    Geweldig, weer gelezen met een lach en een traan met prachtige foto's! Bedankt dat we zo met jullie mee mogen genieten!