De jungle in

8 mei 2015 - Pangandaran, Indonesië


We beginnen de dag met wat rek- en strekoefeningen. En persoonlijk voeg ik daar aan de rand van het bed nog wat fikse kniebuigingen aan toe. Soepel wil ik zijn, want vader gaat vandaag de jungle in. Echt lekker zit het nog niet met mijn rug, maar dat is ie de hele vakantie nog niet geweest. Tot nu heb ik mijn ietwat gebogen achterkant al snel weer recht weten te lopen en ik neem me voor hem deze ochtend al vroeg in optimale conditie te krijgen.
"Zullen we dan maar een strandwandeling gaan maken," stelt Trees na het ontbijt voor op het moment dat ik er zelf aan zit te denken. Dat krijg je als je al bijna 45 jaar met elkaar getrouwd bent. De een denkt het en de ander spreekt het vervolgens uit.
We gaan het doen.
De zee is wild, het strand van dit in de zomermaanden overbevolkte vissersdorp bijna verlaten. Slechts enkele vissers scharrelen wat rond bij hun boten, op sommige vaartuigjes zie ik wat aapjes spelen. Drie knullen laten zich op hun surfplanken door de hoge golven voortbewegen. Ik stel me voor hoe het hier in Pangandaran tijdens de tsunami in 2006 moet zijn geweest. Een koude rilling trekt over mijn inmiddels al weer rechte rug. Even schudden met het hoofd en doorlopen maar.
Terug in het hotel besluiten we nog even het zwembad in te gaan. De armen en benen voelen goed, ik voel me weer een jonge god, dus papa is er helemaal klaar voor. Met de ogen dicht zie ik me met mijn Jane aan lianen slingeren, weg van de wilde beesten. Voor welke moet ik mijn vrouw straks beschermen? Of zij mij? Grote zwarte apen zullen er zijn, weten we van onze chauffeur Tatang, vliegende honden en vliegende reuzeneekhoorns, wilde zwijnen, varanen, neushoornvogels... Als er maar niet veel van die ellendige insecten zijn, denk ik, want anders...
Op onze kamer trekken Trees en ik uit voorzorg lange broeken en dichte wandelschoenen aan. Onze blote armen en gezichten smeren we in met deet. Petje op, zonnebrilletje, zaklantaarns mee, rugzakje met wat flesjes water en gaan met de banaan.
Om exact drie uur staat onze gids - August is zijn naam omdat ie in augustus geboren is - ons op te wachten. Hij heeft net zo'n petje op als ik, een kleine schoudertas bij hem en een smartphone. En verder spreekt hij dezelfde taal als wij. Kan van pas komen.
Tatang brengt ons naar de rand van het stuk tropisch regenwoud even buiten Pangandaran. August gaat ons voor, wij volgen gedwee. Wat mij opvalt is dat hij niet zo'n kapmes bij zich heeft zoals ik dat wel eens in films heb gezien, maar een zakje nootjes. "Da's om de stekelvarkens te lokken," verklaart hij. 
Een groot scherp mes om een weg te banen blijkt hier ook niet nodig. We kunnen vrij gemakkelijk langs struiken en bomen met lianen lopen. Bij een van die bomen blijft August stil staan. Hij wijst op een liaan met stekels. "Er zijn twee soorten lianen," vertelt hij. "Één met en één zonder stekels. En weet je waardoor Tarzan ooit een oerkreet is gaan slaken? Hij nam de verkeerde liaan. Alle wilde dieren kwamen op die kreet af. Toen wist hij: als ik ze nodig heb moet ik dat geluid weer laten horen."
Wij kunnen roepen wat we willen, maar voorlopig is er geen wild dier te zien. Wel wat kleine apen en herten. We duiken een grot in en danken God op onze bedekte knieën dat August een goede zaklantaarn bij zich heeft. Die van ons stralen nauwelijks licht uit.  We moeten gebogen lopen - knap lullig als je je net weer goed recht kan voortbewegen - om onze hoofden niet te stoten en voorzichtig onze voeten neerzetten om niet over verharde lavabrokken uit te glijden. Als we weer helemaal overeind kunnen staan laat August zijn licht schijnen op wat hangende kleine vleermuizen en wat verderop vangt hij wat stekelvarkens in zijn lichtbundel.
Eenmaal weer buiten blijven we op een open plek stil staan en een tijdje naar de toppen van bomen kijken. Hier moeten volgens August de grote zwarte apen huizen. "Ze leven hoog in de bomen, vaak in groepen van twintig, dertig. Ze bewaken hun territorium en kunnen heel gevaarlijk zijn." 
Ineens horen we wat geritsel en zien we bladeren naar beneden vallen. Een aap? "Kijk," roept August. "Daar heb je er één. En nog één. Kijk, kijk, een hele groep. Zie je ze, zie je ze..." We kijken en zien ze.
 "Ja, we zien ze," roepen we dan ook.
"Gelukkig," zegt de gids. Maar de beesten zitten zo hoog dat ik ze met mijn camera niet kan vangen. 
Dat lukt me ook niet als we wat verderop, ook op vrij grote afstand een grote varaan zien lopen.
"Zie je 'm, zie je 'm," vraagt August weer.
"Ja," roepen we in koor.
"Gelukkig," luidt opnieuw het antwoord.
We zien uiteindelijk ook de vliegende eekhoorn, maar die houdt zich zo stil dat hij net een gezwel op een boom lijkt. En de neushoornvogel horen we wel, maar zit ook weer zo hoog dat ie nauwelijks zichtbaar is. 
Misschien helpt een dansje, denk ik. Nog niet zo lang geleden heb ik in één van die door de EO uitgezonden natuurfilms gezien dat sommige mannetjesvogels vrouwtjes weten te lokken door een soort dans uit te voeren. Daardoor geïnspireerd maak ik ook even wat pasjes. Het helpt niet. Waarschijnlijk houden neushoornvogels niet van dansen. Jammer. Spijtig is het ook dat de vliegende honden op dit tijdstip van de dag even niet thuis geven. 
Geen indrukwekkende beelden van wilde dieren helaas. Daarvoor had ik beter naar Artis of Blijdorp kunnen gaan. Prima hoor dit tweeëneenhalf uur durende tochtje door de jungle, maar niet zo spannend als van tevoren gedacht. De echte avonturiers die we zo graag hadden willen zijn, zijn we niet. Maar dat hoeft het thuisfront natuurlijk niet te weten.
 

Foto’s

4 Reacties

  1. Annelies.:
    9 mei 2015
    Jullie hebben vast naar de jungle ervaringen van Freek Vonk gekeken op tv voordat je vertrok. Het lijkt wel of hij zijn wilde dieren op afroep te zien krijgt. Maar ja, dat is de kunst van snelle montages van snelle jongens, na lang kunnen wachten. Jullie doen het prima. Je hebt je ook vast ingesmeerd met de plaatselijke modder om muggen geen kans te geven en als je ging rusten een klein vuurtje gestookt met toevoeging van wat verse bladeren die rook veroorzaken, zodat de muggen op veilige afstand bleven. En schorpioenen zijn geloof ik bang van Hollanders. Kortom, jullie zijn gelukkig weer heelhuids terug, zodat wij, achterblijvers kunnen blijven (vandaar die naam) genieten van jullie geweldige avonturen. Voor ons zijn jullie dus wèl avonturiers, want hier moet je het slechts hebben van dierentuinen en tv en wat is daar nou spannend aan........
    Je krijgt er alleen maar te hoog gespannen verwachtingen van en die staan de echte beleving in de weg. Zo zie je maar.
    Liefs Lies.
  2. Cornelis van Overbeek:
    9 mei 2015
    "Artis" of "Blijdorp"...die vergelijking gaat zeker mank, ofschoon het respectabele dierentuinen zijn....midden in de jungle is toch een ander soort omgeving, natuurlijker en adembenemender dan de gebaande wandelpaden in een zoo. Natuurlijk, de paringsdans vindt je ook in de Rotterdamse en Amdsterdamse zoo, en bij een bezoek daar, krijg je misschien ook de neiging mee te dansen....met de dieren, maar het blijft dan kunstmatig...neen, de jungle, daar ontmoet je het echte leven!!
    Hartelijke groeten, Annie en Cees
  3. José en Rolf:
    9 mei 2015
    Lag er een te giebelen in bed vanmorgen.. Ik weet nu waarom

    Kusjes
  4. Lonneke:
    9 mei 2015
    Ik zie het helemaal voor me...... geweldig!!!!